Stichting Red Bluejay

Wat is de betekenis van Stichting Red Bluejay?

De Bluejay (de blauwe gaai) doet zijn naam eer aan: het is een felblauw gekleurde vogel. Een Red Bluejay is iemand die andere talenten heeft (ontwikkeld) dan je in eerste instantie zou verwachten. As je alleen op het CV of van de buitenkant naar mensen kijkt, mis je een hele hoop. Een Red Bluejay heeft is iemand die de moed heeft die andere kanten van zichzelf te ontdekken en te delen

De Red Bluejay is niet een unieke vogel: het is een state-of-mind! Namelijk de state-of-mind om samen tot betere uitkomsten te komen.

Waarom past dit vogeltje zo goed bij onze stichting? De Bluejay is sociaal, trouw, communicatief en nieuwsgierig. Mannetjes en vrouwtjes zijn gelijk aan elkaar in formaat, pluimage en zij delen hun taken gezamenlijk. Deze karaktereigenschappen helpen om hun uiteindelijke doel te bereiken: samen open nestjes bouwen.

De Red Bluejay Foundation is een houdsterstichting en is een spin-off van het Holst Centre. Ze is de moeder van het Ecosystem Thinking Institute. Red Bluejay is in 2012 opgezet met de volgende doelen: 

  • Verspreiden van het gedachtengoed van open innovatie, co-creatie en werken in ecosystemen; 
  • Helpen van organisaties met hun innovatiecultuur, met de mengfactor in innovatie, om sneller te komen tot betere oplossingen; 
  • Bevorderen van kennisuitwisseling.

Het uiteindelijke doel is het gezamenlijk oplossen van de grote transities waar we als maatschappij voor staan.

Deze doelen kunnen aan elkaar gelinked zijn, maar kunnen ook separaat bediend worden. Red Bluejay is een stichting zonder winstoogmerk omdat het uitwisselen van kennis het beste werkt in een veilige omgeving.

Opdrachten waar Stichting Red Bluejay aan heeft gewerkt zijn:

  • Cities 4.0 (ism Brainport Eindhoven, Leuven, Bologna en Turku)
  • Fieldlab Smartbase
  • Talent for Food and Lifescience
  • Superior (SLIM Subsidie)

ESTI Ecosystem Readiness Level Quick Scan

Ontdek waar uw organisatie staat in het ecosysteem: Vul de ESTI Ecosystem Quick Scan in!

In de huidige complexe en dynamische wereld is het succes van organisaties steeds afhankelijker van het vermogen om effectief samen te werken binnen een breder ecosysteem. Of het nu gaat om samenwerking met partners, klanten, of zelfs concurrenten, het vermogen om te innoveren binnen een ecosysteem is essentieel voor duurzame groei en succes.

Bij het Ecosystem Thinking Institute (ESTI) begeleiden we als neutrale partij innovatie-ecosystemen. We begrijpen dat de kracht van een organisatie niet alleen ligt bij de interne capaciteiten, maar  ook in de manier waarop de organisatie zich verhoudt tot een groter geheel. Om organisaties te helpen hun positie en potentieel binnen hun ecosysteem beter te begrijpen, hebben we de Ecosystem Readiness Level Quick Scan ontwikkeld.

Deze quick scan richt zich op vijf cruciale elementen:

  1. Ons Ecosysteem: Hoe goed begrijpt uw organisatie het ecosysteem waarin het opereert? Is er een duidelijk beeld van de belangrijke spelers, trends en dynamieken?
  2. Leiderschap: Is het leiderschap gericht op samenwerking en innovatie? Hoe sterk is de visie op strategische samenwerkingen met externe relaties?
  3. Cultuur: In hoeverre ondersteunt de cultuur van uw organisatie de samenwerking, de zogenaamde ‘open’ innovatie, en een externe focus? Hoe wendbaar is de organisatie in het omgaan met veranderingen in het ecosysteem? 
  4. Samenwerking: Hoe effectief is uw organisatie in het opbouwen en onderhouden van externe partnerships? Hoe goed worden middelen en kennis gedeeld? 
  5. Innovatieproces: Hoe geïntegreerd is het innovatieproces van uw organisatie met externe partners en bronnen? In hoeverre wordt open innovatie omarmd als een strategisch voordeel?

Waarom deelnemen?

Het invullen van deze quick scan geeft aan de hand van een paar eenvoudige vragen waardevolle inzichten in hoe goed uw organisatie is voorbereid om te gedijen in een ecosysteemgericht model. Het helpt de organisatie niet alleen om sterke punten te identificeren, maar ook om te ontdekken waar ruimte is voor verbetering. Met deze tips en inzichten kan  gerichter gewerkt worden aan het versterken van de samenwerkingsrelaties en het innovatievermogen van uw organisatie.

Doe mee en ontdek waar jullie staan!

We nodigen u van harte uit om de Ecosystem Readiness Level Quick Scan in te vullen en te ontdekken waar uw organisatie staat. Voor leiders die de samenwerking binnen hun netwerk willen versterken, of Innovatiemanagers die op zoek zijn naar manieren om externe innovaties beter te integreren. Deze quick scan is de eerste stap naar meer succes in jullie ecosysteem.

Klik op onderstaande button om de quick scan in te vullen en krijg direct inzicht in hoe ecosystem-ready de organisatie is!

Samen bouwen we aan een sterkere ecosystemen.

Wat is wijsheid in Open Innovatie en Ecosysteem denken?

De afgelopen 17 jaar hebben we bij veel bedrijven en overheden in de innovatie keuken meegewerkt en gekeken. In die tijd hebben we honderden modellen, platforms, benaderingen en initiatieven voorbij zien komen. Maar wat is wijsheid als het om Open Innovatie en Ecosystemen gaat? Waar begin je?

De Innovatie Interface, zoals uitgelegd in deze blog, is maar in weinig organisaties echt ingericht. Een goede Innovatie Interface is essentieel. Onderzoek van het Europese Patent Buro (EPO) laat zien dat 25% van alle R&D investeringen in Europa verloren gaat aan doublures, ofwel het wiel opnieuw uitvinden. Conservatief geschat gaat daarmee voor €80 miljard per jaar in Europa verloren aan onderzoek en ontwikkeling naar bestaande oplossingen. En dat zijn alleen nog maar de bedrijven die patenten aanvragen. In deze blog behandelen we het Networked Innovation Champions model als voorbeeld van een (very) good practice.

Het Networked Innovation Champions model is bedacht en ontwikkeld rond 2010 bij AkzoNobel door NineSigma. De aanleiding was de grote mate van doublures die de CTO van AkzoNobel waarnam in zijn R&D labs. Bij de keuze van de aanpak om deze doublures te voorkomen, had de organisatie de keus uit een IT gerichte aanpak of een mens gerichte aanpak. Door te kiezen voor een mens gerichte aanpak is een uniek model ontstaan met hele impactvolle resultaten.

De kern van het model is een combinatie van een peer-to-peer netwerk en een zogenaamd ‘problem broadcast model’ of interne uitvraag aanpak. Een selecte groep van 25 ervaren R&D’ers uit 130 verschillende laboratoria van AkzoNobels wereldwijde R&D organisatie is geselecteerd en opgeleid als ‘Networked Innovation Champion’ (NIC). De opleiding en begeleiding bestaat onder andere uit het trainen van deze ervaren onderzoekers in vraagarticulatie en het proces voor rondsturen, feedback geven op en resultaten delen over oplossingen voor relevante vraagstukken. De NIC-rol is een formele rol waarvoor de geselecteerde R&D’ers ook tijd en waardering krijgen. De NIC’s scouten actief binnen hun organisatie naar relevante vraagstukken, meestal R&D projecten die op het punt staan te beginnen. Een goed voorbeeld is een vraagstuk uit de R&D Singapore groep. Zij staan op het punt een sensor te ontwikkelen die in het productieproces bepaalde specifieke zaken kan meten. Door de juiste vraagarticulatie en het rondsturen naar de andere 24 NIC’s kwam binnen een paar dagen uit Sassenheim de oplossing. De sensor was al eens ontwikkeld. Binnen 2 dagen had Singapore een oplossing, ruim €400.000 en veel tijd bespaard. Doordat het ervaren R&D’ers zijn die deelnemen en ze elkaar door de training hebben leren kennen, worden de vraagstukken serieus, snel en efficiënt opgepakt.

De resultaten zijn indrukwekkend! Gemiddeld komen er 10 antwoorden uit de organisatie via de NIC’s voor de 130 vraagstukken die in de eerste twee jaar van het programma zijn geschreven en intern rondgestuurd. In die periode zijn meer dan 80% van de vraagstukken door de NIC’s intern opgelost. Voor circa 20% zijn extern alsnog oplossingen geïdentificeerd. 

Ben jij nou ook benieuwd hoe en of jouw organisatie geschikt is om een ‘Networked Innovation Champions’ model in te richten? Bekijk hier onze flyer voor meer informatie en neem contact met ons op!

De Digitale Gospel

In onze high tech regio zijn we voorlopers als het gaat om digitaliseren. Het is in feite een nieuwe vorm van geloofsovertuiging: de god Digitalis Eren. Digitalis is veeleisend en vraagt om grote offers. Het aantal volgelingen wereldwijd is groter dan welke religie ook. Waar een andere, redelijk bekende God, zag dat het goed was, is het voor Digitalis nooit genoeg. Maar wie of wat is deze god? In de VS introduceren mensen zich met ‘He/Him’, ‘She/her’ of ‘They/Them’, maar Digitalis is – denk ik – een IT. Dat staat natuurlijk ook meteen weer voor InformatieTechnologie – dat kan geen toeval zijn. Wij hebben IT zelf gecreëerd en moeten het nu blijven bedienen; ongeacht hoe zwart-wit Digitalis ook is met alleen nullen en enen. Coderen is het nieuwe monnikenwerk geworden. 

Ook hier zijn hogepriesters aan de macht, die tempels laten bouwen waar het Vaticaan met haar klatergoud een kleuter bij is. Inmiddels is het Digitalisme van een monotheïstische religie naar het polytheïstische gegaan; waar verschillende discipelen strijden om hun eigen goden Microsoft of Apple meer volgelingen te brengen. Er is niet één enkel geschrift, zoals de Bijbel of de Koran. En de Dharma, de natuurlijke orde der dingen, is volledig zoek. Het Digitalisme brengt grote ontwrichting in onze maatschappij en is een block aan ons chain. Het is slechts heel weinigen gegeven om de impact van Digitalisme te begrijpen; terwijl het sinds COVID letterlijk ieder huishouden bereikt heeft. We weten nu helaas wel, dat oorlogsvoering door het Digitalisme totaal andere dimensies heeft gekregen. We kunnen alleen maar hopen dat Karma zijn/haar/hun werk goed zal doen.

Begrijp me niet verkeerd: ik ben zéker niet tegen technologie. Hoe zou ik dat kunnen zijn; ik werk al mijn hele leven in de tech. Ik zie veel voordelen voor veiligheid, gemak en vermaak. Maar de mens is (veel) meer dan wat een Artificial Intelligence ooit kan zijn. Een mens kan zich verwonderen, vol ontzag zijn, vertrouwen gevenen strijden met passie. Echte menselijke interacties hebben met elkaar. In mijn werk word ik ook wel de ‘mensfactor-predikant’ genoemd. Dat is het enige waar ik echt rotsvast in geloof. Gelukkig is er ook goed nieuws. Ongeacht hoe goed we allerlei functionaliteiten kunnen vangen in digitale tweelingen, wat we niet snappen kunnen we niet kopiëren. En zolang we niet snappen hoe ons onderbewustzijn werkt, kunnen we de menselijke intuïtie niet vervangen. Dus blijft de Mens Eren altijd nodig – geen ‘deep fake’ of ‘meta-verse’ maar een gedicht, een diep menselijk nano-versje. En die gospel blijven we vanuit ESTI verder verspreiden want de mens is bepalend in de innovatie samenwerking.

Heb jij een innovatie-interface?

Samenwerken met partners is essentieel wanneer je je realiseert dat de meeste slimme mensen buiten je organisatie werken en dat er wereldwijd meer dan 20 miljoen mensen* in R&D werken. De snelheid van technologische ontwikkeling is sneller dan ooit, innovaties die vroeger jaren duurden, gebeuren nu in weken; niet alleen in de digitale wereld, maar ook in de fysieke wereld. Maar waarde creëren uit deze nieuwe kansen en ze snel tot leven brengen is geen makkelijke taak. Het vereist het oplossen van veel uitdagingen en het betrekken van de juiste experts met een gedeeld doel.

Meestal hebben organisaties twee belangrijke interfaces met de buitenwereld: verkoop en inkoop. In de meeste gevallen hebben organisaties geen interface voor innovatie. In dit artikel wil ik het belang bepleiten van het bewust creëren van deze interface. En ook wat de cruciale factoren voor succes zijn om waarde te creëren door samen te werken met partners aan innovaties. Als er al een bewuste innovatie-interface is, zal deze vaak een uitbreiding van het R&D-team zijn.

Het creëren van een innovatie-interface begint met een innovatiestrategie die open innovatie integreert in het portfolio van innovatieactiviteiten. Belangrijk is om het doel van de innovatie-interface te definiëren; welk type innovatie en wat voor soort partnerschap wordt voorzien en welke resultaten zijn wenselijk? Ga je samenwerken aan strategische, kernonderdelen van je producten/oplossingen of meer aan de minder risicovolle perifere delen? Zoek je naar ‘componenten’ om te integreren in je productplatforms of naar volledig nieuwe oplossingen? In welk type partner ben je in geïnteresseerd en hoe ga je de samenwerking opbouwen en beheren? Bij ESTI gebruiken we onze Ecosystem Game om de innovatieteams van organisaties de dynamiek van innoveren met partners te laten ervaren. Leren lopen in de schoenen van iemand anders creëert bewustzijn van de noodzaak van wederkerigheid en schept beter voorbereide teams.
Elke samenwerking met de buitenwereld vertegenwoordigt in werkelijkheid drie samenwerkingen, een interne samenwerking binnen je bedrijf met afstemming van alle relevante functies, de interne samenwerking binnen het bedrijf van de partners en natuurlijk de daadwerkelijke samenwerking met de partner. Met onze Ecosystem Game als basis hebben we een uitbreiding van het spel gecreëerd waarin ook de interne afstemming wordt gesimuleerd.

Organisaties werken niet met organisaties, maar mensen werken met mensen. Het is cruciaal om de juiste mensen in de interface te hebben die de organisatie vertegenwoordigen. Samenwerken met partners is een competentie die echte competentieontwikkeling vereist. Een manier om je organisatie verder te ontwikkelen, is via ons practitioner programma ‘innoveren met partners’. Dit omvat leren over goede praktijken uit andere sectoren en organisaties, maar ook leren met en van je gemeenschap van praktijkoefenaars wat het organisatorisch leren versnelt.

Heeft jouw organisatie al bewust een innovatie-interface ingericht? Hoe meet je succes? Hoe creëer je waarde? We horen altijd graag over jouw ervaring en hoe we organisaties kunnen helpen om innovatie te versnellen.

*Bron: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/1758-5899.13182

Innovatiecultuur

Om te zeggen dat de Eindhovense innovatiecultuur nogal masculien is en was, is een understatement. En nee, dit is geen ‘women’s liberation column’. Het interessante van de masculiene cultuur is dat deze vaak weinig te maken heeft met de ‘pijpleidingen’ waarmee de mens geboren is. Masculien is een grondhouding, die zowel mannen, vrouwen en non-binairen kunnen hebben. Gerard Hofstede deed al uitvoerig onderzoek naar organisatieculturen. Masculiniteit staat voor een competitieve houding, gericht op het ego, materiële zaken, meetbare resultaten en conflict wordt opgelost door strijd. Daartegenover staat feminiene cultuur waar men streeft naar samenwerken, gericht op team, op mensen en falen is een momentopname en geen ramp. Mijn fijnste baas – ooit – was een superkundige, feminiene man.

Open innovatie behoeft balans

Omdat de modus operandi van open innovatie tegenwoordig niet meer weg te denken is, rijst de vraag naar femininiteit ook steeds verder. Open innovatie kun je niet doen met botsende, masculiene organisaties. Die blijven de strijd met elkaar aangaan, de concurrentiegedachte vasthouden, zonder in gezamenlijkheid tot resultaten te komen. Er moeten in ieder geval naar de buitenwereld ‘schakelmensen’ komen, die het belang van het gedeelde probleem, risico en resultaat overeind houden. Er is dus een balans nodig tussen masculiene, meetbare doelen en de wijze waarop deze door samenwerking en teamvorming behaald worden.
We zien hoe moeilijk het is voor zowel publieke als private organisaties om hier een wending aan te geven. Het goede nieuws is, we zien ook dat als de wil er echt is, de oplossing ook goed te implementeren is.

Fe+Male Tech Heroes

In Eindhoven hebben we een bijzonder gremium: de Fe+Male Tech Heroes. Hier wordt speciaal aandacht gegeven aan de vrouwelijke helden in de technologie – een internationale groep, die elkaar versterkt en inspireert. Het initiatief is opgestart door Ingelou Stol en Hilde de Vocht op de High Tech Campus – in een ver verleden het Philips NatLab. Het mooie is dat steeds meer mannen zich aansluiten, die het belang zien van diversiteit en inclusie. Een doorbraak in de femininiteit van innovatie. Een deel van onze problemen met tekorten aan mensen, heeft te maken met wie we echt wíllen zíen. Dat geldt niet alleen voor vrouwen, maar ook de 50+ers. Het helpt om de stigma’s te doorbreken. Iets wat broodnodig is in onze ‘oorlog om talent’. Het gezamenlijke Brainport kenniscluster maakt de regio aantrekkelijk. De diversiteit ervan – in religie, in nationaliteit, in kennis, in gender, in leeftijd – brengt allemaal extra kansen.

De Open Innovatiecultuur training

Veel organisaties komen tot het besef, dat ze hun benodigde innovatie niet meer alleen in eigen huis kunnen realiseren. Dat heeft onder andere te maken met de snelheid waarmee innovaties elkaar opvolgen; de kloksnelheid. Tijdens deze tweedaagse training ga je actief aan de slag met het toepassen van de stappen die nodig zijn om je organisatie voor te bereiden. Je krijgt onder andere antwoorden op de volgende vragen:
Op welke plaats in de organisatie wordt besloten tot samenwerken met de buitenwereld?
Wat is open innovatie en hoe open ís het echt?
Welke mindsets zijn nodig voor open innovatie?
Hoe belangrijk is de cultuur? Wat is diversiteit?

Het unieke van deze 2-daagse interactieve training zit hem in het DOEN! Er is voldoende nagedacht over open innovatie, en gelukkig ook al veel bewezen praktijkervaring.

Kom ook kennis opdoen in één van onze ESTI-Academy programma’s!

Be your own career hero!

Ben de held(in) van je eigen loopbaan

In deze dynamisch tijden, hebben we meer en meer behoefte aan gedeelde vormen van innovatie. Eén van de belangrijkste elementen is de innovatiecultuur die je opbouwt binnen je organisatie. Het bewaken van de juiste mindsets in niet alleen relevant voor de werkgever, het is minstens zo belangrijk voor het teamlid. Om een goede match te vinden op de mindsets, moet je dus ook elkaars loopbaan helden zijn; wees open en transparant over wat te verwachten aan beide zijden van de tafel. Het is die mate van femininiteit in de cultuur die stuurt op het team, niet op het ego, en op menselijkheid en niet economisch gewin. Natuurlijk zijn er meetbare doelstellingen nodig om naartoe te werken, maar het gaat over hoe je die doelstellingen bereikt. Femininiteit gaat niet over gender, maar over diversiteit, gelijkheid en inclusie in de breedste zin van het woord. Je hebt diversiteit nodig in kennisgebieden, religie, gender, leeftijd, nationaliteiten en verschillende opleidingsniveaus. Als de culturele aspecten niet passen op persoonlijk niveau, dan kost het eindeloze energie om samen te kunnen werken. Dus BEN DE (HELD)IN VAN JE EIGEN LOOPBAAN, durf keuzes te maken, wees onafhankelijk. Met de juiste culturele match kun je echte waarde co-creëren. 

Margot Nijkamp onze Directeur heeft veel onderzoek gedaan en heeft diepgravende kennis over hoe een organisatie voor te bereiden op open innovatie. Hierop gebaseerd hebben wij een Open Innovatiecultuur programma gecreëerd, met een speciale diversiteitsmodule. Margot schrijft over diversiteit, gelijkheid en inclusie en is regelmatig (gast)spreker over het onderwerp.

ESTI Academy

Benieuwd naar wat wij aan programma’s aanbieden: bekijk onze ESTI Academy pagina en kom ook kennis opdoen.

Margot Nijkamp opent de Fe+Male Tech Heroes Conference 2022 met haar eigen geschreven sprookje

Brainporteren

Misschien is het wel eens goed, om onszelf te spiegelen. Er zijn best wat dingen in Brainport, die nog wat verder gebracht kunnen worden – maar er gaat ook heel veel goed! Eén van de belangrijkste elementen in ons dagelijkse werk is de kennis verder brengen van het ecosysteemdenken dat we hier in de regio doen. Wij ‘brainporteren’ de manier van samenwerken aan grote uitdagingen in de multi-helix, zoals in het High Tech ecosysteem, naar andere werelden. We hebben in Brainport namelijk echt de code gekraakt om te komen van systeemdenken naar ecosysteemdenken, dus ook Brainport-eren.

Ontdubbelen

Het start altijd met een gezamenlijke crisis of uitdaging. “Never waste a good crisis”, zoals Churchill al zei. Brainport startte immers ook uit bittere noodzaak, omdat de uitdagingen dusdanig complex en kostbaar waren – met zoveel afhankelijkheden – dat alleen samenwerken tot echte resultaten zou leiden.
De mindsets rondom ‘gedeeld probleem, gedeeld risico en gedeeld resultaat’ zijn echt op heel veel gebieden toepasbaar. Begrijpen en accepteren dat je het simpelweg niet meer alleen kunt oplossen, is een belangrijk deel van de sleutel. Er zijn veel omgevingen waar men met hetzelfde probleem worstelt. Zeker in de publieke sector – zoals de zorg en het onderwijs – kampen organisaties veelal met dezelfde vraagstukken. We kunnen de investering in de oplossingen ontdubbelen door met meerdere partijen aan de voorkant van het gedeelde probleem te gaan staan.

Brainport beleven?

ESTI ontvangt regelmatig groepen die de modellen binnen Brainport graag willen leren kennen. Hiervoor biedt ESTI ééndaagse of meerdaagse programma’s aan om het te komen beleven; een vast onderdeel van de beleving is onze Ecosystem Game©®.

Bezoek van het Konnect Programma uit Groningen, Friesland en Drenthe aan o.a. de High Tech Campus.

Cross-Overs

Zeker wanneer we spannende nieuwe combinaties kunnen maken, komen we tot echte nieuwe innovaties. Een mooi voorbeeld is onze architectuur voor het One Planet instituut in Wageningen, waar geïnspireerd op het Holst Centre Eindhoven model een nieuwe samenwerking werd gestart tussen de high tech, food, health & agro.
Of wat te denken van de challenges rondom renovatie en nieuwbouw voor de sociale woningbouw? Deze open innovatie kennis wordt door geheel Nederland omarmd en daar mogen we met z’n allen erg trots op zijn. Inmiddels zijn er ook een aantal grote initiatieven om de kennis naar het buitenland te ontsluiten, onder andere samen met Europese Unie. En of wij blij zijn met wat we iedere dag aan het doen zijn? Nou en of! Met dank aan onze eigen ecosystemen voor de voortdurende inspiratie.

Kom ook kennis opdoen in één van onze ESTI-Academy programma’s!

Allergie: kenniseconomie

Ik ben ontzettend trots dat ik al sinds 2005 in het Eindhovense werk. Ik was destijds de eerste niet-Philips ‘bewoner’ van de High Tech Campus met de start-up van het Holst Centre. En alhoewel ik dagelijks een klein beetje bij mag dragen aan de kenniseconomie van Nederland, heb ik toch ernstige twijfels bij het woord.

Waarde-ring

We maken de fout – ook in Eindhoven – dat de kenniseconomie bestaat uit mensen van hbo- en wo-niveau. Helaas diskwalificeren we hiermee direct zo’n 60 % van onze arbeidscapaciteit en doen we groot onrecht aan mensen die op andere plekken in de waardeketen kennis toevoegen. Die keten is bovendien niet een aaneenschakeling van stappen, maar een iteratieve ring. Het gaat niet altijd voorwaarts, soms gaan de stappen ook achteruit. En binnen die WAARDE-RING verdient iedere stap WAAR-DÉ-RING. Ook het inzicht van de gebruiker, de materiaalkennis en kunnen produceren binnen de kwaliteitsmarges.

In de drie start-ups die ik meemaakte vóór Holst Centre hadden we alle niveaus aan boord; om de eerste thuiscomputers te assembleren, om barcodesystemen en -etiketten te produceren of de meest sexy brandweerauto’s te maken. Ik heb met eigen ogen mogen zien hoeveel kennis er na het modelleren, ontwerpen en berekenen werd toegevoegd. Als het ‘pling’ zegt in een laboratorium is dat een geweldig moment, maar dan heb je nog niet geïnnoveerd. Dat komt pas als een oplossing ontworpen, geproduceerd en met name omarmd is door de gebruiker – als er een echt probleem wordt opgelost.

Kennisestafettes

Nu hebben we bijvoorbeeld in Eindhoven een enorme kans: we hebben alle kennis voor de stappen van de waarde-ring aan boord. Laten we ‘kennisestafettes’ organiseren: start op de TU/e voor het fundamentele stuk research, geef door aan de High Tech Campus voor het industriële deel, dan naar Strijp voor design en gebruiksinzichten en tot slot over naar de BIC-campus voor de productiekennis. Betrek alle niveaus van opleiding en breng in beeld wat er op welke plek wordt toegevoegd. Dan hebben we echt recht van spreken, dat we de volledige kenniseconomie betrekken.

Het grote bijkomende voordeel is dat we dan ook de beroepen van nu en de toekomst veel beter snappen. En kunnen we daar ons onderwijs op voorbereiden; niet alleen door open innovatie, maar ook open educatie. Ik zeg doen!

Hoe Open Innovatie het publieke domein kan helpen

Voor veel bedrijven heeft het werken in een Open Innovatie modus bijgedragen tot een grote mate van waarde creatie samen met innovatiepartners. Het is echter niet alleen voor bedrijven een zeer effectieve manier van werken, maar juist ook voor het publieke domein. Met onze 15+ jaar ervaring in Open Innovatie hebben we als Stichting ESTI (Ecosystem Thinking Institute) een aantal inzichten bij elkaar gebracht in dit artikel.

Wat is innovatie?

Het ecosysteem is de plaats waar innovatie plaatsvindt en Open Innovatie is de modus operandi. Een van de bepalende mindsets is dat de meeste slimme mensen buiten de eigen organisatie werken. Open Innovatie is gebaseerd op samenwerken aan innovaties, zowel aan de vraag- als de probleemoplossingskant. Aan de vraagkant gaat het over de koppeling met partijen die met hetzelfde vraagstuk worstelen, aan de probleemoplossingskant gaat het over samenwerken aan de oplossingen. Het betreft het delen van vragen, ideeën en kennis met individuen, organisaties en gemeenschappen buiten de voor de hand liggende grenzen. Wij begeleiden al jaren succesvolle samenwerkingen in de multi-helix met lokale overheden, werkgevers, burgers/consumenten, onderwijs, leveranciers (soms zelfs concurrenten), wetenschappers en andere stakeholders. 

De voordelen voor Open Innovatie in het publieke domein 

1. Delen van risico en resultaat

Open Innovatie aan de vraagkant biedt overheden en organisaties de mogelijkheid om het risico te delen met andere gelijksoortige organisaties. In de high-tech industrie is het al bijna 40 jaar de normaalste zaak dat concurrenten met elkaar een Open Innovatie R&D samenwerking hebben. Weinig organisaties zijn uniek in hun vraagstukken, al zien ze dat zelf soms anders. Gemeentes, provincies, waterschappen, onderwijsinstellingen, maar ook ministeries missen kansen doordat ze het wiel telkens opnieuw uitvinden. Elke gemeente is met vergelijkbare vraagstukken aan het worstelen, of het nu gaat om verduurzaming, jeugdzorg of woningbouw. Open Innovatie kan dus ingezet worden zowel op technologische als op sociale innovatie.
Een pakkend voorbeeld van een samenwerking vanaf de vraagkant is het innovatieprogramma ‘So you think you can Build’, waarbij 15 woningcorporaties samen oplossingen zoeken voor conceptueel gebouwde woningen. Inmiddels is een groep van ruim 300 probleemoplossende partijen betrokken bij dit initiatief.

Risico delen gebeurt natuurlijk ook als een organisatie een vraag stelt aan de buitenwereld in plaats van de oplossing op voorhand te specificeren. In het eerste geval deelt de organisatie het risico met anderen, in het laatste geval absorbeert de organisatie het gehele risico zelf. 

2. Verbeterde toegang tot expertise en capaciteiten

Open Innovatie biedt organisaties in het publieke domein toegang tot expertise, ideeën, oplossingen uit andere applicatiedomeinen en capaciteiten ver voorbij de interne organisatie. Door samen te werken met externe partners krijgen overheden en andere publieke organisaties toegang tot de meest recente research, sociale ontwikkelingen, technologie, kennis en vermogen om complexe vraagstukken écht op te lossen en te implementeren. 

Copyright ESTI 2018

3. Verbeteren van efficiency en effectiviteit 

Open Innovatie biedt overheden de kans om operationele processen te stroomlijnen en effectiever te zijn in hun beslissingen. Door een bredere betrokkenheid van stakeholders krijgen overheden een meer holistisch perspectief op de vraagstukken die vervolgens tot beter geïnformeerde en effectievere oplossingen leiden. 

4. Kostenbesparing 

Door het ‘ontdubbelen’ van programma’s en door daadwerkelijk samen te werken met andere overheidsorganisaties met hetzelfde probleem, kunnen enorm kosten bespaard worden. Daarnaast kunnen er door de inzet van experts en capaciteit(en) van buiten veel risico, onderzoekskosten en kostbare fouten worden voorkomen. Open Innovatie helpt bij een veel efficiëntere inzet van publieke middelen, zodat er ofwel kosten bespaard worden of veel meer resultaten binnenkomen op de gedane investering.

5. Verbeterd draagvlak, betrokkenheid en transparantie naar de burger

Open Innovatie kan bijdragen aan de verbetering van het draagvlak en de betrokkenheid van de burgers door deze mee te nemen in het besluitvormingsproces. Door informatie over vraagstukken te delen en de gemeenschap te betrekken bij beleidsontwikkeling, kunnen overheden laten zien dat ze transparant werken en een sterkere relatie opbouwen met de burgers.

6. Meer innovatie en creativiteit

Open Innovatie behoeft een cultuur van creativiteit, vernieuwing en nieuwsgierigheid door het bij elkaar brengen van verschillende perspectieven en ideeën. Deze aanpak helpt overheden om innovatieve oplossingen voor complexe vraagstukken te vinden voor nieuwe ontwikkelingen en toekomstgericht te kijken naar oplossingen, technologieën en diensten. 

Conclusie

Open Innovatie biedt overheden een enorme meerwaarde door verbeterde toegang tot kennis, expertise en capaciteiten door efficiency, kostenbesparing, risicoverlaging en verbetering van het draagvlak en burgerbetrokkenheid. Door Open Innovatie te adopteren zijn overheden beter in staat complexe vraagstukken op te lossen en kennis te absorberen. 

Meer weten? Vraag het onze Open Innovatie experts: Rick Wielens of Margot Nijkamp 

Ervaren? Speel dan onze Ecosystem Game©®

Deze (en velen andere) publieke organisaties gingen u voor.