Multigeneraal welzijn
Interview met ir. Aart Cooiman MRICS

Sectorspecialist Bouw & (zorg)Vastgoed & Woningcorporaties & Wooncollectieven bij Rabobank Real Estate Finance

“Als we het hebben over welzijn, wonen en zorg dan is het belangrijk dat we goed kijken naar de overlappingen hiertussen. Welzijn is heel nauw verbonden met de plek waar mensen kunnen wonen en leven. Qua zorg zie je dat we sterk inzetten op het curatieve stuk. Er gaat best veel goed, wij zijn een fatsoenlijk land. Als je in Nederland echt zorgbehoevend wordt, is er vaak wel een plek voor je te vinden. 
Er gaat helaas ook veel niet goed, de wijze waarop zorg en wonen worden aangeboden, is sterk geïnstitutionaliseerd. Overal is een protocol en een label voor, maar als je kijkt naar de onderlinge verschillen in aanbod, dan is dat uitermate schrijnend. De grootte van de kamers of woningen, het niveau van onderhoud en schoonmaak en de mate van verzorging lopen sterk uiteen, maar zolang het management de vinkjes kan zetten voor het certificaat, is dat goed genoeg. Daar houden we aan vast en er is echt te weinig aandacht voor de mens.

Nieuwe samenwerking nodig
Het alternatief om van die institutionalisering af te komen, is dat je het in een ecosysteem gaat organiseren, in nieuwe vormen van coöperatieve samenwerking. Daar geloof ik heilig in. Terug naar de lokale context, weg van de centralisering. Als Rabobank hebben we daarin een rol op ons te nemen. We hebben bijna onuitputtelijke kennis, we hebben een netwerk en we hebben geld om te financieren. Dit willen we graag op een coöperatieve wijze inzetten op maatschappelijke vraagstukken. Maar voor het creëren van nieuwe vormen moet je wel van de gebaande paden af durven te wijken. Hiervoor is moed, incasserings- en doorzettingsvermogen nodig. Iemand moet het initiatief nemen en voorop gaan lopen. 

Zorgwinkels
De overheid geeft steeds meer signalen af dat mensen die ouder worden meer voor zichzelf moeten gaan organiseren rondom zorg. Terwijl de generatie van mensen rond hun 65-70plus verwacht dat de overheid het voor hen op zal lossen. De zorgvraag is inmiddels zo enorm groot dat we tegen allerlei problemen aanlopen. Het is niet meer reëel om te denken dat Vadertje Staat het wel voor ons zal regelen. Velen van ons hebben een goed pensioen opgebouwd en waarde in stenen, huizen. Dat kunnen we inzetten voor de inkoop van zorg.

Natuurlijk moeten we wel een vangnet hebben, voor hen die het niet zelf kunnen regelen. Waarom creëren we voor de zorg niet eenzelfde principe als de rechtswinkels, waar mensen geholpen kunnen worden met juridische vraagstukken: een zorgwinkel? Ik heb de indruk dat dit momenteel nog over heel veel schijven loopt. Hopelijk zijn burgers zo mondig, dat ze hier ook om gaan vragen, of liever nog: eisen.

Collectieve woonvormen
In Nederland hebben we gemiddeld 55 m2 woonruimte. Dat is veel meer dan in de omringende landen om ons. Dat komt onder andere doordat we geen goed aanbod hebben voor oudere mensen. Zij blijven in hun gezinswoning bij gebrek aan een passende oplossing. Ze krijgen soms zelfs verwijten dat ze aan hun woning vasthouden.
Het samenleven met meerdere generaties in een gebouw of een wijk zou hierop een antwoord kunnen zijn. Oudere mensen willen graag in hun eigen leefomgeving blijven. Ze wonen vaak in gebouwen van 3 of 4 lagen, zonder lift. Dan krijg je dus de beelden zoals in Amsterdam dat de rollator in het plantsoentje moet blijven staan. Dat is echt tragisch, onmenselijk.

Het is eigenlijk zo makkelijk op te lossen. Kijk naar de herverdeling van ruimte. Wat nu als we het dak van die platte gebouwen zien als grondpositie en optoppen met een paar extra etages? Dan bouw je kleinere wooneenheden op de bovenlagen, een eigen voordeur, slaapkamer en douche, maar vooral ook gezamenlijke ruimtes, zoals een keuken. En natuurlijk een lift erin. De bovenlagen kunnen uit houtbouw prefab gemaakt worden en het hele gebouw wordt verduurzaamd. De oudere generaties kunnen doorstromen naar boven en er ontstaat plek voor gezinnen op de bestaande lagen. Het gevoel van welzijn groeit als er meerdere generaties samen komen. Zo’n coöperatieve woonvorm gaat verder dan wonen, dat gaat over léven. We zijn allemaal toch een beetje kuddedieren en zoeken elkaar op. Ieder heeft z’n eigen talent en kennis. Als je elkaar binnen het gebouw leert kennen, weet je ook wie wat bij kan dragen. Met elkaar los je problemen op en ook een stuk van de mantelzorgvragen en vereenzaming.

Uitgelezen kans voor woningcorporaties
De dakpositie van een gebouw behoort toe aan de Vereniging van Eigenaren. Het heeft veel voeten in de aarde om hier te komen tot overeenstemming van optoppen. Voor woningcorporaties is dit makkelijker omdat zij eigenaar zijn van het gehele gebouw. Zij kunnen de waarde van de wooneenheden die worden toegevoegd, gebruiken om de bestaande lagen te verduurzamen.

Als je dan in je concept meeneemt, dat het energie- en warmtevraagstuk ook opgelost moet worden op gebouwniveau, dan heb je echt een wenkend perspectief. De problemen rondom netcongestie zijn inmiddels niet meer te overzien. Als je lagen toevoegt aan een gebouw, zorg dan ook voor lokale opwek en opslag van energie. Dan is de belasting op het centrale net een stuk minder groot.

Woningcorporaties hebben veelal met dezelfde problemen en opgaven te maken. Mijn oproep is: doe dit samen. Zie elkaar niet als concurrent, maar als collega. En zet in op het welzijn van de bewoners.”

Meer van deze posts

Jan Terlouw: groots bescheiden

Stichting Red Bluejay

rick wielens

Margot Nijkamp