Klimaatinnovatie met interactieve ecosysteem uitwisselingen
Op 30 maart was voor ESTI de thuiswedstrijd op de High Tech Campus in Eindhoven van de lokale sessie voor Eindhoven en Helmond in het Cities 4.0 programma. Met een groep van ongeveer 30 deelnemers kwamen we bij elkaar in het Conference Center van HTC. Een inspirerende omgeving om met de deelnemers over het klimaatneutraal maken van de gebouwde omgeving van Eindhoven en Helmond voor 2030 te praten.
Net als in de andere regio’s is het verduurzamen van de gebouwde omgeving in Eindhoven en Helmond essentieel vanwege het grote aandeel in de totale emissies. In Eindhoven moeten in het klimaatneutraal maken van de gebouwde omgeving ongeveer 115.000 gebouwen en in Helmond 40.000 gebouwen in meer of minderen mate worden aangepakt. De focus van de workshop lag in het vinden van de nog op te lossen uitdagingen voor het circulair renoveren van de huizen voorraad.
De stakeholders in de workshop bestonden uit vertegenwoordigers van overheden, universiteiten, architecten, slopers, bouwers, vastgoedeigenaren, lokale bedrijven, studenten en vele andere deelnemers. Het oplossen van deze complexe en veelzijdige vraagstukken vereist echte samenwerking. Daarom werd iedereen als eerste aan het werk gezet met de Ecosystem Game©® die ESTI heeft ontwikkeld voor multistakeholder samenwerking. De groep ging direct aan de slag met het bouwen van een ecosysteem rondom het oplossen van fictief vraagstuk alvorens ze van start gingen met de duurzaamheidsuitdagingen in de gebouwde omgeving.

De uitdagingen in de gebouwde omgeving werden door stichting ESTI geïntroduceerd met behulp van een aantal mogelijke toekomst scenario’s. Twee van deze mogelijke toekomst scenario’s zijn: de energie transitie en de doorbaak in materialen. In het huidige tempo zou het 250 jaren duren voordat alle 150.000 woongebouwen zijn gerenoveerd naar energiezuinige en gasvrije gebouwen.
In het energie transitie scenario maken een aantal doorbraken en exponentieel ontwikkelende oplossingen het mogelijk de transitie binnen het 2030 tijdspad te realiseren. Er zijn een drietal doorbraken die daarbij belangrijk zijn. De eerste doorbraak is het beschikbaar komen van zonnestroom tegen 3-4 Euro cent per kWh. De huidige kostencurve laten zien dat dit voor 2030 zal gebeuren. De tweede ligt in de verdere verlaging van kosten voor batterijopslag naar 2-3 Euro cent per kWh onder de veronderstelling dat een levensduur van de batterijen van 1o jaar en benodigde opslag voor 70 uur. De laatste doorbraak is dat het hele elektriciteitssysteem radicaal zal transformeren naar een systeem gebaseerd op 100% zon, wind en batterij opslag. Het systeem zal kantelen van het huidige systeem dat is geoptimaliseerd voor het leveren van maximaal piekvermogen naar een systeem van minimaal op te wekken vermogen in een winter/windstille situatie. Een systeem dat wisselt van focus op managen van de maximale vraag naar een minimaal aanbod systeem zal leiden tot een overproductie en beschikbaarheid van energie tegen veel lagere kosten per kWh voor energie in vergelijk met het huidige systeem.

Het tweede scenario heeft betrekking op de innovaties op het gebied van materialen. De eerste doorbraak zit in de combinatie bio-tech en biobased materialen revolutie. Nieuwe materialen komen beschikbaar die superieure eigenschappen hebben en vaak een negatieve carbon voetafdruk zoals PLA gebaseerde polymeren en biobased materialen als mycellium voor isolatie. De tweede doorbraak is het beschikbaar komen van betaalbare super-isolatie materialen zoals aerogel. Tot slot is de laatste doorbraak de adoptie van fase overgangsmaterialen (phase change materials of PCM’s) zoals bijvoorbeeld warmteopslag biedende en isolerend cellulose – PCM mix oplossingen.
Tijdens de discussies rond de uitdagingen identificeerden de deelnemers maar liefst 14 vraagstukken die opgelost dienen te worden. Deze varieerden van vraagstukken rondom het balanceren van vraag en aanbod van circulaire materialen en de ontbrekende informatie over de materialen in gebouwen en hoe pilot projecten kunnen worden opgeschaald tot de vraag hoe we kunnen komen tot een standaardisatie in materialen en processen.
Als vervolgstap voor Eindhoven en Helmond worden de vraagstukken met de hoogste prioriteit gedeeld met een grotere gemeenschap aan stakeholders inclusief inwoners. Die kiezen vervolgens het belangrijkste vraagstuk waarvoor ze oplossingen willen gaan uitvragen binnen de 4 regio’s betrokken bij Cities 4.0. Deze worden dan in de internationale uitwisseling meegenomen waarbij alle vier de regio’s Turku, Bologna, Eindhoven/Helmond en Leuven betrokken zijn en een gezamenlijk actieplan opstellen.
“Cities 4.0 project has been funded by the European Union’s Lump Sum Europe program for Coordination and Support Actions GA 101070827- HORIZON-EIE-2021-CONNECT-01”.
Klik hier om terug te gaan naar de pagina Cities 4.0.
